Weinig Oekraïners betalen bijdrage voor opvang
Provincie Utrecht – Sinds 1 juli zijn Oekraïense vluchtelingen verplicht om een eigen bijdrage te betalen voor hun opvangplek. Uit een onderzoek door RTV Utrecht blijkt echter dat de meeste gemeenten deze bijdrage nog niet incasseren. De reden hiervoor is dat de uitvoering van deze regeling veel tijd in beslag neemt, volgens de reacties van verschillende gemeenten.
Voorheen was de opvang van Oekraïners gratis, maar de nieuwe regel stelt dat zij die het kunnen betalen, een eigen bijdrage moeten leveren. Andere vluchtelingen met een eigen inkomen betalen immers ook voor hun opvang. De eigen bijdrage voor Oekraïners bedraagt 105 euro per persoon en kan voor gezinnen oplopen tot 210 euro.
Hoewel dit de officiële richtlijn is, blijkt in de praktijk dat slechts een klein aantal gemeenten daadwerkelijk overgaat tot inning. Van de 26 gemeenten in de provincie Utrecht geven alleen Soest en Bunschoten aan de bijdrage al te innen. Veertien gemeenten hebben dit nog niet ingevoerd, en de overige gemeenten reageerden niet op de vragen.
Gemeenten geven aan dat ze tijd nodig hebben om de benodigde administratieve en technische processen in te richten. Ook is het van belang dat Oekraïners goed geïnformeerd worden over de nieuwe regels, aldus de gemeenten Amersfoort en Montfoort.
“Het is een behoorlijke klus,” verklaart de gemeente Stichtse Vecht. De gemeenten Woerden en Oudewater, die samenwerken in deze kwestie, onderschrijven dit: “De mogelijkheden zijn momenteel beperkt.” Een belangrijk knelpunt is dat gemeenten geen inzicht hebben in de inkomensgegevens van Oekraïners.
In Soest is het echter wel gelukt om het proces op te starten. “We hebben een procedure opgezet, informatie verstrekt aan Oekraïense vluchtelingen en brieven verzonden,” meldt de gemeente. De meeste Oekraïners van wie Soest de bijdrage moet innen, hebben inmiddels een machtiging afgegeven.
Om de uitvoering eenvoudiger te maken, overweegt IJsselstein om samen te werken met andere gemeenten. Er zijn gesprekken gaande om te bekijken hoe de inning van de bijdragen gezamenlijk georganiseerd kan worden.
Uitvoerbaarheid onder de loep
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft bij het ministerie van Justitie en Veiligheid vragen gesteld over de nieuwe wet, vooral met betrekking tot de uitvoerbaarheid en juridische aspecten.
Gemeenten hebben tot 1 januari de tijd gekregen om de nieuwe regeling volledig te implementeren. Deze periode is volgens de meeste gemeenten hard nodig; velen verwachten de bijdragen op zijn vroegst tegen het einde van het jaar te kunnen innen. De gemeente Utrecht geeft aan: “Of het haalbaar is, kunnen we nu nog niet zeggen. Net als de VNG hebben we nog vragen die het ministerie moet beantwoorden.”