Burgemeester als misdaadbestrijder: ‘Dwangsom is prikkel’
Provincie Utrecht – De rol van de burgemeester als misdaadbestrijder roept vragen op, vooral nu steeds meer gemeenten gebruik maken van de last onder dwangsom. Deze maatregel stelt burgemeesters in staat om zonder tussenkomst van de rechter of het Openbaar Ministerie boetes op te leggen aan overtreders.
Een last onder dwangsom fungeert als een waarschuwing: de overtreder moet een forse boete betalen als hij opnieuw in de fout gaat. Deze boete kan oplopen tot duizenden euro’s en wordt per nieuwe overtreding opgelegd. De maatregel geldt voor een bepaalde tijd en komt niet op het strafblad van de overtreder, wat betekent dat wie zijn leven betert, er niet blijvend last van heeft. Recentelijk zijn in Utrecht, Montfoort, IJsselstein en Amersfoort dwangsommen opgelegd.
Drugsdealers en inbrekers aanpakken
In Baarn heeft burgemeester Mark Röell de last onder dwangsom al jaren ingezet om drugsdealers aan te pakken. Zelfs als een strafzaak wordt geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, kan de burgemeester toch een dwangsom opleggen. “De bewijslast in het strafrecht ligt veel hoger dan voor een gemeente,” legt hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder uit. “De burgemeester hoeft alleen maar aannemelijk te maken dat er sprake is van een overtreding.”
Nuttig en effectief instrument
Schilder, die al in 2008 pleitte voor de last onder dwangsom, vindt het een nuttig en effectief instrument. Toenmalig minister Guusje ter Horst riep gemeenten op om het vaker in te zetten. Hoewel er kritiek is, vooral over het omzeilen van een strafproces, ziet Schilder de maatregel niet als strafrechtelijk. “De last onder dwangsom is geen straf, maar een prikkel om herhaling van de overtreding te voorkomen,” benadrukt hij.
Hoge dwangsommen en bezwaar
De dwangsom kan enorm hoog oplopen, zoals het geval van de ‘lachgaskoning’ in Amsterdam, die een miljoen euro aan dwangsommen moest betalen. Indien niet betaald, kan dit afgedwongen worden met inbeslagnames. Vermeende overtreders kunnen bezwaar maken, waarbij de burgemeester eerst zelf het besluit heroverweegt. Blijft de maatregel staan, dan kan de overtreder naar de rechtbank stappen en vervolgens in hoger beroep bij de Raad van State. “In de praktijk wordt er echter zelden bezwaar gemaakt,” merkt Schilder op.
Effectiviteit in praktijk
In Urk bleek de maatregel effectief om reljeugd aan te pakken. Waar boetes van de politie weinig indruk maakten, zorgde de dreigende dwangsom van 2500 euro en de wetenschap dat ook de ouders op de hoogte waren, voor rust. “De prikkel moet hoog genoeg zijn om overtreders te laten stoppen,” aldus Schilder. Hij vindt het terecht dat burgemeesters de maatregel inzetten voor ordehandhaving. “De rechter kan bovendien controleren of er geen onevenredig hoge bedragen worden opgelegd,” voegt hij toe.
Conclusie
De last onder dwangsom blijkt een effectief instrument te zijn in de handen van burgemeesters om openbare ordeproblemen aan te pakken, zonder de lange weg van het strafrecht. Hoewel er kritiek is op het omzeilen van een strafproces, biedt de maatregel een snelle en doeltreffende oplossing voor veelvoorkomende problemen zoals drugsdeals en overlast door jongeren.